Tijdlijntjes

(lijntjes naar een ver, dierbaar verleden)


Na een lange stilte rolt er eindelijk weer iets van de band. Het blijkt moeilijk om de tijd te vinden. En als je de tijd denkt te hebben gevonden hem ook vast te houden. Dat valt gewoon niet mee met een jong gezin om je heen en verder nog een hele wereld waar je nou eenmaal ook de nodige linkjes mee hebt. Geef je persoonlijke hobby dan maar eens een plek. In groepsverband gaat dit een stuk eenvoudiger (lang leve de zangkoren waar ik bij heb gezeten en zit), maar met iets individueels wat mijn creatieve werk is... Mijn hemel, ik probeer dit al heel lang. Hoe meer ik over nadenk, hoe verder terug ik me al herinner dat ik dit probeer! Ik zal eens achteruit wandelen over de kronkels van mijn eigen pad.

Op zoek naar foto's van de campus
vind ik wel 1 vakantie-verslag van
mijn studievriendin, vermomd als boek
!
  • In de studententijd zouden mijn vriendin en ik een boek schrijven over al onze fantastische jaren op de campus. We hebben ons uitgeleefd op vele sociale, creatieve en sportieve gelegenheden, maar stilletjes aan een boek werken is er nooit van gekomen. Op stille momenten droomden we gewoon weg bij de plaatjes van mooie mannen die we uitknipten uit de speciaal voor dit doel gehaalde krantjes van de Hij.
  • Vlak na de middelbare school zou ik van een bijzondere stof die mijn moeder nog had liggen een soort kimono maken. Ik zag het al helemaal voor me. Verder heeft er nooit iemand iets gezien; de kimono heeft het licht nooit gezien.
Grijs verleden? Nee hoor, fluo jaren 80 herinneringen!
  • Eind middelbare school: reflectoren verzamelen om er een mobile van te maken. Sommige gratis bij de cornflakes, andere van straat opgeraapt. Ik deed het niet in het geniep, de klas wist er van. En in ieder geval 1 jongen (de punker van de klas) deelde mijn interesse in die grappige dingen, flikkerend zonder batterij. Na enig smeken gaf ik hem mijn fluo-gele (denk jaren-80) en hij maakte ter plekke een gaatje in zijn oor om hem erin te hangen. Bloed op mijn reflector!
    Ik weet nu dat als je eerst verzamelt dat je enerzijds goed moet volhouden (dan wordt je verzameling interessant), anderzijds op tijd aan de constructieve fase moet beginnen want voor je het weet krijgen materialen een andere bestemming... Dat switchen naar de volgende fase ben ik nog steeds niet goed in.
Ik zou niet de eerste geweest zijn
die het Veerhuis vastlegde, en
niet de laatste (zie link in de tekst).
  • Ook rond die tijd: het oude houten bord dat van mama de keuken uit moest heb ik naar boven gesmokkeld want ik had het heimelijke plan om er ooit voor papa het door hem geliefde Veerhuis op te schilderen. Vanuit ons hele huis hadden we daar uitzicht op, maar ik kon vanuit mij slaapkamer bovenin het herenhuis het beste over onze grote rode beuk heen kijken. Het Veerhuis is er nog steeds. Wij wonen niet meer in Overschie. Het bord is leeg gebleven. Tja Margriet, zo krijg je ook geen brood op de plank!
  • Begin middelbare school: een regenboog-hangertje van paperclips. Verder oorbellen, ring en armband van die miniscule glazen kraaltjes. Het meest trots was ik op mijn natuurgetrouwe madeliefjes / margrietjes en narcisjes. Later broches en hangertjes van zilverdraad. Het stelde allemaal niet veel voor, maar het was wel heerlijk pielen. En de volgende dag laten zien aan je vriendinnen.
  • Eind lagere school was ik al begonnen met het verzamelen van die glazige balletjes uit inktvullingen. In een mini-flesje zag het er mooi uit. Een flesje met veel tinten blauw, en 1 flesje schoon gespoelde bolletjes wittig als ijsklontjes. Grappig ook: mijn oma bewaarde altijd allerlei doosjes, blikjes en flesjes zodat ik “winkeltje” kon spelen als ik er was. Een vast plekje onder de kast in de logeerkamer. De flesjes waren van 4711. Wat dat is? Google maar, misschien herken je het.
  • Barbie-tijd: kleertjes maakte mama altijd van de gekste dingen, super-origineel. Soms iets uit de winkel, zoals een koffersetje. De beauty-case zag ik voor een naaidoos aan, met zo'n inzetbakje met vakjes, van 2x4mm! Dat er geen naaispulletjes in zaten was een groot gemis dus die priegelde ik gewoon van papier. Schaartje, naaldje en klosjes garen in drie kleuren. Wat moet ik mini-vingertjes gehad hebben!
    De strips zijn nu langer, mijn
    handen eeltiger, maar het lukt nog!
  • Playmobil-tijd: er was nog lang niet zoveel detail in de accesoires van Playmobil in de begintijd. Gaf niks. Ik maakte zelf metalen muntjes. De ijzertjes van boterhammenzakjes strippen en dan tussen je vingers een platte spiraal buigen. Hoe strakker hoe mooier het schijfje.
  • En heel heel lang geleden, verzamelde ik de papieren kanten kleedjes op vakantie, in cafe's of restaurants. Ze hebben nooit een bestemming gekregen. Het was meer de aantrekkelijkheid van het materiaal dat het mee naar huis moest. Papa trok ze altijd meteen onder de schaaltjes appelmoes-met-kers vandaan zodat ze schoon bleven voor mij! (Toch duikt dit later weer op: Klok)

Verder terug kom ik niet veel concreets meer tegen in de spelonken van mijn herinnering. Een algemene bewaarderigheid en raap-graagte (dit meisje met de paddestoelstippen had een heel echt "bostrommeltje"). Veel plannen om er iets mee te doen. Weinig resultaten. Nog wel 1 echt tegenvoorbeeld uit mijn studententijd: Sprei.

(herinneringen opgehaald en ingetypt op 23 aug.2012)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten